zondag 28 juni 2009

De Volgende Editie

De presentatie van De Volgende Editie, het rapport van de commissie Brinkman over de toekomst van de krant, werd weggedrukt door het Kamerdebat over de Catshuisbrand. Maar daarna werd het volop becommentarieerd. Vooral het advies de stimulering van innovatie in de journalistiek en de journalistieke productie en exploitatie tijdelijk te bekostigen uit een opslag van enkele euro’s per jaar per internetaansluiting leverde veel negatief commentaar op. Zelfs minister Plasterk gaf als eerste reactie dat dit advies niet op zijn steun kon rekenen. Overigens komt hij met een officiële reactie op het rapport pas na de zomer. De minister neemt de tijd.
De commissie Brinkman heeft een mooi rapport geproduceerd, waarin heilige huisjes niet zijn ontzien. Niet alleen gratis beschikbaarstelling van de programmagegevens van de publieke omroep bijvoorbeeld, maar vooral verregaande samenwerking tussen uitgeverijen en de publieke omroep (zie http://www.commissiebrinkman.nl).
Gezien de snelheid waarmee allerlei diensten voor internet worden ontwikkeld, vraag je je bij lezing van het rapport toch af of het allemaal niet too little too late is. Journalist Francisco van Jole wijst er in de Volkskrant van 27 juni terecht op dat met internet niet alleen content maar ook een groot deel van de advertenties gratis zijn geworden. En met de integratie van televisie en internet komen (dus) ook de omroepen in de gevarenzone.
De oplossing? Kijk naar iTunes, zegt Van Jole. “Pas toen alle muziek werd ondergebracht bij iTunes sloeg het betaald downloaden aan.” Geen ideale oplossing, vindt hij zelf ook, want de platenmaatschappijen worden er niet door gered en de groei stagneert, maar het is wel de meest praktische: “Een enkele partij beheert het saldo en maakt het mogelijk dat alle kranten en andere media gelezen kunnen worden. Denk aan Google News met betaalfunctie.”
Vier van de zeven leden van de commissie Brinkman komen vooral uit de uitgeefwereld, één is een omroepman, één tot voor kort werkzaam bij het Commissariaat van de Media, en de zevende is Brinkman zelf. Iemand met een frisse en deskundige kijk op internet, zoals Van Jole, zit er niet bij. En vooral dát is zichtbaar in het rapport.

zondag 21 juni 2009

Wie beschermt onze privacy?

De politie heeft er een nieuw opsporingsmiddel bij: Google Streetview. Begin september deed een Groningse jongen van 14 aangifte van diefstal met geweld. Hij was door twee mannen van zijn fiets getrokken en beroofd van geld en mobieltje. De daders ontkwamen en het leek erop dat het daarbij bleef. Totdat het slachtoffer in maart een foto op Google Streetview ontdekte waarop hijzelf en de twee daders stonden. Weliswaar met onherkenbaar gemaakte gezichten, maar toch. Op verzoek van de politie leverde Google de originele foto en konden de verdachten - ze ontkennen de beroving - worden aangehouden.
Deze maand werd door de Eerste Kamer de nieuwe Paspoortwet aangenomen. Daarin is bepaald dat mensen voor een nieuw paspoort hun vingerafdrukken moeten afgeven die in een chip in het paspoort worden opgeslagen. Daarnaast worden ze ook opgeslagen in een centrale database. Binnen afzienbare tijd staan de vingerafdrukken van alle Nederlanders die een paspoort hebben dus in één grote databank. De chip met daarin de vingerafdrukken is een maatregel van de EU; de centrale database heeft de Nederlandse overheid zelf verzonnen. Bovendien geeft zij en passant het OM onder bepaalde voorwaarden toegang tot die database. Net als bij de verplichte opslag van internet- en mobiele telefoongegevens gaat Nederland dus ook hier veel verder dan de EU voorschrijft.Wat kan en wat kan niet? Het voorbeeld van Google Streetview is wat mij betreft op het randje, maar vooruit. Een centrale database met vingerafdrukken van - in principe - alle Nederlanders, is er ver overheen. De politiek blijft akelig stil. Net als onze privacywaakhond, het College Bescherming Persoonsgegevens CBP. Wie komt er nu op voor onze privacy?

Lange leve. . . maar door de helft

Op 10 juni werd de Gouden Prissma uitgereikt aan Davied van Berlo (ambtenaar 2.0), de nieuwe Informatieprofessional van het Jaar. Plus een door de NVB gesponsorde cheque voor een studiereis. Edita Mujovic (Synthon) kreeg de Publieksprijs: een door EBSCO gesponsorde cheque. Zo’n honderddertig collega-informatieprofessionals – deelnemers aan het congres Kennis in Praktijk, want daar gebeurde het – deelden in de feestvreugde. Grote afwezige: de industrie zelf. Het grote leger van toeleveranciers, de bedrijven die hun geld aan deze beroepsgroep verdienen, liet het – een enkele uitzondering daar gelaten – vrijwel collectief afweten. Nog te beroerd om een kaartje van 75 euro te kopen en iemand af te vaardigen die in de persoon van de Informatieprofessional van het Jaar eer wilde betonen aan ‘het vak’. Elke zichzelf respecterende beroepsgroep heeft minimaal één award die ze jaarlijks aan een van hun leden uitreiken om daarmee aan te geven dat ze trots zijn op hun vak. De hele branche doet daar dan altijd van harte aan mee. Het is treurig vast te moeten stellen dat als het op huldigen aankomt voor ‘de’ informatieprofessional slechts belangstelling bestaat vanuit een deel van de branche, namelijk alléén de beroepsgroep zelf.