zondag 15 augustus 2010

Spam

Uit onderzoek van Ernst & Young blijkt dat sinds de invoering van het spamverbod - sinds 1 oktober 2009 valt daar ook b-to-b onder - Nederlandse bedrijven nog bijna net zoveel spammailtjes naar klanten en prospects sturen als daarvoor. De helft van de ondervraagden blijkt zelfs niet of nauwelijks op de hoogte te zijn van wat het spamverbod nou eigenlijk inhoudt. Ernst & Young veronderstelt dat “als bedrijven beter bekend zijn met de regelgeving en er strikter wordt gehandhaafd, spam als marketingtool aan belang zal inboeten”. Zou het? Misschien heeft het spamverbod niet zo veel effect omdat Nederlandse spam in het niet valt bij alle spam die uit het buitenland naar Nederlandse e-mailadressen wordt gestuurd. Daarnaast voorkomen goede spamfilters - en de meeste functioneren prima - dat er veel spam in de in-box terecht komt. Het probleem is dus klein en beheersbaar. “De bal ligt bij de toezichthouder OPTA”, zegt Ernst & Young. Wat mij betreft mag de OPTA hem daar laten liggen.

zondag 20 juni 2010

Bavariameisjes

Zesendertig meisjes die tijdens Nederland-Denemarken een dansje doen. . . het is ambush-marketing (een vorm van guerilla-marketing) maar ik noem het liever een charme-offensief. Hoe dan ook, Bavaria mag blij zijn met alle commotie: maximale aandacht voor minimale kosten, de natte droom van elke reclamemaker. Niet dat Bavaria correct gehandeld heeft. Dit soort grote sportevenementen zijn nu eenmaal alleen mogelijk omdat er sponsors met diepe zakken zijn. En ja, die stellen eisen en voorwaarden. Hoe ver dat kan gaan, bleek toen onlangs bekend werd wat nu precies het bidbook WK 2018 inhoudt, dat Nederland met de FIFA overeenkwam: Nederland moet indien nodig speciale wetten maken om de commerciële rechten van FIFA te beschermen, het moet de FIFA ondersteuning van politie en douane bieden, en exclusiviteit van reclameuitingen van sponsors garanderen in een straal van twee kilometer rondom wedstrijdstadions en langs de belangrijkste routes tussen stadions en vliegvelden. Enzovoort. Zuid-Afrika kan er van meepraten.
Sponsors zijn belangrijk. Dat geldt voor sport, dat geldt voor kunst, en dat geldt voor uitgevers. Zonder sponsors zou veel niet (meer) mogelijk zijn. Sponsors mogen alleen nooit de dienst uitmaken. Wat de FIFA eist is dan ook onacceptabel.

zondag 13 juni 2010

Maybe we can

Een koerier van TNT Post kwam bij mij aan de deur om een pakje af te leveren. Verzonden onder rembours. Dus of ik maar even wilde betalen. “Eh, nee, pinnen is niet mogelijk, meneer, alleen cash.” “ALLEEN CASH???”, brulde ik zo hard dat mijn buurman even kwam kijken of er iets aan de hand was en wellicht te hulp moest schieten. Maar omdat hij een moderne man is - mijn buurman pint, heeft een chipknip, drie creditcards en hij bankiert via internet - kon ook hij niet helpen bij gebrek aan contant geld. De TNT-koerier, duidelijk lid van de Generatie Einstein, kon niet anders dan met plaatsvervangende schaamte - hij werd immers ook maar gestuurd - een formuliertje invullen waarmee ik mij de volgende dag na 1300 uur bij het dichtstbijzijnde postagentschap kon vervoegen om het pakje op te halen.Veel leveranciers die ook zelf bezorgen, bieden de mogelijkheid tot draadloos pinnen. Sommige zelfs uitsluitend, want dat is veiliger voor het personeel; dat hoeft immers niet met een volle geldbuidel over straat. Bovendien is het efficiënt: geld hebben we niet altijd in huis, een pinpas wel, dus betaling is bijna gegarandeerd. TNT Post heeft daar blijkbaar geen weet van en behoort duidelijk tot het soort bedrijven dat ooit door de technologische ontwikkelingen is ingehaald. ‘Sure we can’ staat er op de website en de auto’s van TNT Post. ‘Maybe we can’ zou dichter bij de waarheid zijn.

zondag 30 mei 2010

iGeneratie

In 1980 publiceerde Alvin Toffler The Third Wave. In dat boek beschrijft hij hoe technologie de maatschappij verandert. Als eerste golf noemt hij het Agrarische Tijdperk; een wereld die rond landbouw en veeteelt draaide. Met de uitvinding van de stoommachine kwam daar na zo’n 3000 jaar - rond 1700 - een eind aan: het Industriële Tijdperk brak aan en daarmee het begin van de tweede golf. Om rond de jaren vijftig van de vorige eeuw over te gaan in de derde golf, het Computertijdperk. Inmiddels is ook die opgevolgd door een nieuwe, vierde golf, het Internettijdperk. En die door een vijfde, en wellicht al een zesde, wie zal het zeggen. De golven volgen elkaar in rap tempo op, omdat gedrags- c.q. maatschappijbepalende nieuwe technologieën elkaar steeds sneller opvolgen. Het aantal generaties dat in een ‘andere tijd’ opgroeide (en wellicht nog opgroeit) neemt toe, en daarmee de afstand tussen die verschillende generaties. Dat zorgt voor problemen, met name in het onderwijs. Zo noemt Larry Rosen in zijn onlangs verschenen boek Rewired achtereenvolgens de Babyboomers (1946-1964), Generatie X (1965-1979), Generatie Y (1980-medio 1990), en de iGeneratie (begin 1990-nu). Die iGeneratie - volgens Rosen alle kinderen tot 18 jaar - weet niet beter dan dat er altijd internet is geweest; ze zijn altijd ‘connected’, hebben hun eigen televisie, hun eigen computer, iPod, game computer, mobiele telefoon etc. Het zijn multitaskers tot in hun genen. In zijn boek zet Rosen daar de onderwijswereld tegenover met leraren die lang voor het Internettijdperk zijn geboren - Babyboomers en Generatie X - en die onderwijzen in een unitask omgeving. Rosen maakt pijnlijk duidelijk hoe weinig het onderwijs deze iGeneratie te bieden heeft, hoe weinig het onderwijs deze generatie kan inspireren en motiveren. Gelukkig laat hij het daar niet bij, want hij geeft ook aan hoe het anders zou kunnen, anders zou moeten. Echter, wie zich realiseert hoe traag en chaotisch ontwikkelingen in het onderwijs gaan, kan niet anders dan vrezen dat het voor die iGeneratie te laat zal zijn: “we risk losing this generation of media-immersed, tech savvy students who are often brighter and more creative than we realize” schrijft Larry Rosen aan het eind van zijn boek. Rewired is een aanrader voor iedereen die middenin de maatschappij staat!

maandag 24 mei 2010

Het Nieuwe Werken


Unified communications, telewerken, cloud computing, videoconferencing. . . verschillende begrippen die in het woordenboek van de moderne manager niet zullen ontbreken. Onder het mom van duurzaamheid en sustainability worden nieuwe organisatievormen & technologieën - het Nieuwe Werken - ingezet om zo de milieubewuste werkgever uit te kunnen hangen. Goed voor het milieu, goed voor het bedrijfsimago, en dus goed voor de omzet: een duidelijke win/win/win-situatie.
Dat het niets mag kosten moge duidelijk zijn. Een win/win/lose-situatie is ondenkbaar. Het Nieuwe Werken stijgt dan ook in populariteit naarmate aswolken dikker en files langer worden. Want dat het Nieuwe Werken aantoonbaar geld oplevert is inmiddels wel bewezen. Alcatel bewees in een recent uitgevoerde pilot waarbij ruim 900 werknemers waren betrokken, dat thuiswerken loont: per werknemer verminderden niet alleen de werkgerelateerde CO2-uitstoot en het woon/werkverkeer, maar daalden ook de kosten.
Dat bedrijven het Nieuwe Werken omarmen omdat ze zo begaan zijn met het milieu, gaat er bij mij niet in. Dat ze het doen omdat er geld te verdienen valt, wel. Maar de motivatie kan me niet zo veel schelen. Als ze het maar doen.

zondag 16 mei 2010

Apéro géant

In Frankrijk kennen ze sinds november het apéro géant. Het begon in Nantes, maar daarna volgden al ras andere steden. De eerste dode is inmiddels gevallen: een jongen viel dronken van een brug. Dat schreef de Volkskrant jl. zaterdag over een nieuw fenomeen waarbij een anonymus op Facebook een oproep doet op een bepaalde datum op een bepaalde plaats (meestal een stadsplein) bij elkaar te komen. Doel: een beetje drinken, een beetje eten, een beetje praten. Er komen duizenden op af en kan tot ’s morgens vroeg doorgaan. De autoriteiten hebben het er moeilijk mee: er is geen organisator, dus niemand is verantwoordelijk. In Toulouse mag het niet meer, en in Aubenas is alcohol verboden. Met vrees wordt 23 mei afgewacht: dan is er een apéro géant gepland op de Champs-de-Mars bij de Eiffeltoren. Maar misschien gaat het niet door. Vanwege dat eerste dodelijke slachtoffer is de oproep bij elkaar te komen vervangen door ‘evenement geannuleerd’. Ik zou er niet op durven wedden dat daarmee die apéro géant van de baan is. Sociale media zijn ongehoord krachtig en perfect om mensen in beweging te krijgen, maar ongeschikt om ze in toom te houden.

zondag 11 april 2010

Syfy

Ik kijk af en toe graag naar 13th Street, ‘the crime and thriller channel’ voor kabel-tv-abonnees. Er is ook een science fiction-kanaal. Dat heette ooit Sci Fi, maar blijkbaar was dat voor de Nederlandse consument te moeilijk, dus nu heet het sinds 5 maart Syfy. Kijkers naar 13th Street krijgen sinds die tijd tussen de programma’s door regelmatig de volgende boodschap te zien: “Als u Syfy nog niet kunt ontvangen neem dan contact op met u kabelmaatschappij”. Een boodschap met een flinke spelfout: ‘u’ moet ‘uw’ zijn. Tja, hoe gaat zoiets. Zo’n tekstje moet op het laatste moment nog even geschreven worden en alleen de net gearriveerde stagiaire heeft tijd. Dat ze niet kan spellen is natuurlijk niet haar fout maar die van het Nederlandse onderwijs, de sms-cultuur, de vrijheid van meningsuiting, junkfood, de financiële crisis, de CO2-uitstoot en bovendien is ze zowel katholiek als lid van de SGP en is het net uit met haar vriendje. Begrijpelijk, dus. Maar wat ik níet begrijp is dat zo’n boodschap week in week uit wordt uitgezonden zonder dat iemand de tekst corrigeert. Een klusje van niks! Maar blijkbaar vinden ‘ze’ het niet belangrijk genoeg. De kabelklanten zijn gewaarschuwd: slechte klantenservice begint met dit soort schijnbaar onbelangrijke symptomen.

maandag 5 april 2010

Telefoongids

Als de papieren telefoongids bij meer dan 30 procent van de huishoudens die ‘m ontvangt in de vuilnisbak verdwijnt en zelfs 60 procent zegt het ding eigenlijk helemaal niet te willen ontvangen, komt een woordvoerder van de Telefoongids er dan mee weg door te wijzen op het bonnetje in de gids waarmee je hem kunt afbestellen? Nee, natuurlijk. PvdA-Kamerlid Martijn van Dam heeft alle gelijk van de wereld als hij, zoals hij onlangs deed in Kassa, zegt dat de gids alleen nog op verzoek bezorgd zou moeten worden.

De Telefoongids verspreidt jaarlijks ongevraagd zeven miljoen telefoongidsen, waarvan er in ieder geval bijna vier miljoen ongewenst zijn. Tegenwoordig eisen we - terecht - van bedrijven hun verantwoordelijkheid te nemen waar het onderwerpen als milieu en duurzaamheid betreft. Die eis mogen we ook aan de Telefoongids stellen.

zondag 7 maart 2010

Bel-me-niet-register

Hoe blij zijn we met het bel-me-niet-register? “Je krijgt medicijnen tegen hoofdpijn maar overlijdt aan de bijwerkingen”, zei een goede kennis cynisch. En hij vertelde dat hij een hond heeft gekocht om de colporteurs van zijn deur weg te houden. En ja, hij staat geregistreerd bij het bel-me-niet-register. Hans Leemans, de directeur van het register, in het AD: “Ze kunnen hier geen adresgegevens krijgen, maar ze kunnen wel nagaan welke nummers niet gebeld mogen worden en daar zelf naam, adres en woonplaats bij zoeken.” Bedrijven weten dus niet alleen dat je niet gebeld wilt worden, ze weten ook waar je woont. Het bel-me-niet-register blijkt een rijke bron te zijn voor creatieve verkoopmanagers. En een buitenkansje voor hondenfokkers.